Het lege nest syndroom, je hebt er vast wel eens van gehoord
Afgelopen week was het zover. De jonge merels vlogen uit! Heel onwennig fladderend met een nog wat pluizige haardos vlogen ze stuntelig het nest uit om vervolgens een meter verderop onder de heg te belanden. En onder en in deze heg werd er flink geoefend om echt uit te vliegen. Het nest is nu leeg.
Ruim een week heb ik de jonge merels gevolgd. Iedere dag heb ik even een blik geworpen in de klimop aan de schutting in de tuin. Bij het oplichten van één grote tak was het nest al compleet zichtbaar. Het continue gepiep van de kleintjes en de ononderbroken aanvoer van voedsel was een waar schouwspel. De fluitsignalen van het merel ouderpaar waren goed hoorbaar, net als het gepiep van de jongen. Het droppen van het voedsel in de wijd opengesperde bekjes ging aan de lopende band.
Dochterlief bijvoeden
Het is een beetje vergelijkbaar met mijn wekelijkse ‘gesleep’ van voedingswaar uit de supermarkt naar mijn schappen in de keuken. De samenstelling van mijn huishouding is aan het slinken. Zoonlief heeft het nest al verlaten en dochterlief woont ‘op kamers’ onder ons dak. Zij vliegt in en net zo snel weer uit. Zij wil nog wel graag ‘bijgevoed’ worden. Net zoals het merel ouderpaar de jonkies nog enkele weken nazorg biedt.
Van syndroom tot recept
En zie daar nu, het nest is leeg. Merels hebben meerdere legsels per jaar. Maar deze mensenmoeder houdt het bij één legsel en ik zie het maar als een trein die plotsklaps zijn bestemming heeft bereikt. Je knippert met je ogen en je kinderen zijn groot geworden. Deze mooie treinreis van (op)voeden heeft ruim twintig jaar geduurd. En voordat het eindpunt is bereikt heeft het vlakke Groningse landschap zich omgebogen naar bergachtig gebied met hoogtemeters en mistbuien. Naast het bijvoeden en de heuse ervaring van het lege-nestsyndroom is het nu de hoogste tijd voor een nieuwe focus.
Maar nu eerst het recept van deze week en dat is geworden (hoe kan het ook anders): baminestjes met verse groenten.
Ingrediënten 6 personen:
500 gr kipfilet
500 gram baminestjes
1 rode peper
1 courgette
2 prei
2 ui
1 klein stukje gember
2 teentjes knoflook
1 tl peper
1 flinke scheut tamari
1 tl zout
tl garam masala (uit Indiase keuken)
1 el kokosvet
Aan de slag:
Snijd de kipfilet in reepjes en bestrooi deze met een beetje masala kruiden. Bak de kipfilet op middelhoog vuur gaar en blus af met een scheutje tamari. Snijd de prei, paprika, ui, courgette, peper, gember, knoflook. Klontje kokosvet in de pan en roerbakken maar. Breng water met een snufje zout aan de kook (zie verpakking mienestjes). Doe de kipfilet samen met de groenten in een grote pan. Serveer uit met bijvoorbeeld klutseieren, groene salade en kroepoek. Eet smakelijk!
Hartelijke (kook)groet,
Gerda Uiterwaal